Rechtspraak GBA: Beslissing ten gronde nr. 32/2020 van 16 juni 2020

Beslissing ten gronde nr. 32/2020 van 16 juni 2020


Betreft        

Een mevrouw blijft tot haar verbazing en frustratie reclame ontvangen van een Vzw gespecialiseerd in animatie-activiteiten ondanks meerdere rappels om geen reclame meer op te sturen. Ook op het schrijven van de Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna: GBA) wordt geen gevolg gegeven.

 

Context

Het weigeren gevolg te geven aan de verzoeken van de mevrouw in kwestie om te stoppen met direct marketing en de verzoeken van de GBA komt de Vzw duur te staan.

Rechtsgrond

Artikel 12.3 GDPR: (transparante informatie, communicatie en nadere regels voor de uitoefening van de rechten van de betrokkene);

Artikel 17. 1. c) GDPR: (Recht op gegevenswissing („recht op vergetelheid”) – bezwaar tegen verwerking);

Artikel 21. 2. en 3 GDPR: (Recht van bezwaar – direct marketing);

Artikel 31 GDPR: (Medewerking met de toezichthoudende autoriteit).

Feiten

Een mevrouw krijgt van een Vzw gespecialiseerd in animatie-activiteiten voortdurend reclame via mail. Op haar verzoek hiermee onmiddellijk op te houden en om haar gegevens uit de databank te verwijderen, wordt niet ingegaan. De zaak komt uiteindelijk terecht bij de Geschillenkamer. Alvorens een beslissing ten gronde te nemen, gelast deze laatste de Vzw om gevolg te geven aan de verzoeken van de mevrouw. Bij gebreke aan enige reactie uit hoofde van de Vzw wordt de procedure ten gronde voortgezet waarop de Geschillenkamer prompt volgend schrijven ontvangt:

“Meent u dit nu? Waar hebben we het hier over aub? Over mails? En dan verbaast men zich erover dat het niet goed gaat met de wereld.”

 

Het moge duidelijk zijn dat de Vzw de privacy van ‘haar klanten’ niet hoog in het vaandel draagt. Zeker in het kader van direct marketing is het net van essentieel belang dat er gevolg wordt gegeven aan de verzoeken van de geadresseerden omdat zij in de meeste gevallen niet (bewust) gevraagd hebben om reclame te ontvangen.

Onder ‘direct marketing’ wordt verstaan: “Elke communicatie, in welke vorm dan ook, gevraagd of ongevraagd, afkomstig van een organisatie of persoon en gericht op de promotie of verkoop van diensten, producten (al dan niet tegen betaling), alsmede merken of ideeën, geadresseerd door een organisatie of persoon die handelt in een commerciële of niet-commerciële context, die rechtstreeks gericht is aan een of meer natuurlijke personen in een privé- of professionele context en die de verwerking van persoonsgegevens met zich meebrengt.”[1]

Door geen gevolg te geven aan haar recht van bezwaar en haar recht op gegevenswissing, overtreedt de Vzw niet alleen artikel 17.1.c), maar ook de artikelen 21.2, 21.3 en artikel 12.3 van de GDPR.

Bovendien getuigt het schrijven van de Vzw van een duidelijk gebrek aan waardering en medewerking t.a.v. de GBA. Artikel 31 GDPR schrijft nochtans voor dat een verwerkingsverantwoordelijke dient samen te werken met de toezichthoudende autoriteit bij het vervullen van haar taken.

Besluit:

De uitoefening van de rechten van betrokkenen is een van de belangrijkste doelstellingen van de GDPR. De schending van deze rechten vormt een ernstige inbreuk. Het recht van bezwaar is immers onvoorwaardelijk in het kader van direct marketing. Het is essentieel dat de verwerkingsverantwoordelijke(n) hieraan snel het gewenste gevolg geven, uiterlijk binnen de door de GDPR voorgeschreven termijn van één maand. De naleving van de GDPR in het kader van direct marketing is dan ook een van de kernpijlers van het strategisch plan 2020-2025 van de GBA.

Uitspraak    

De Geschillenkamer beveelt dat wordt voldaan aan de verzoeken van de betrokkene om zijn rechten uit te oefenen en gelast de Vzw om de GBA te informeren over het gevolg dat zal worden gegeven aan deze bevelen.

Hier bovenop wordt de Vzw nog een administratieve geldboete opgelegd ten bedrage van € 1.000,00, samen met een berisping.

Onze mening        

Het betreft de eerste gepubliceerde beslissing van de GBA over de medewerkingsplicht. Het is van essentieel belang om steeds de volledige medewerking te verlenen aan een onderzoek door de GBA. Elke verwerkingsverantwoordelijke doet er goed aan om zichzelf te conformeren aan de eerste bevindingen van de Geschillenkamer in afwachting van een beslissing.

Verzoeken van de betrokkene moeten steeds tijdig behandeld worden. Minstens moet geantwoord worden en gemotiveerd worden waarom dit niet binnen een termijn van één maand kan gebeuren.

Het recht van bezwaar is onvoorwaardelijk in het kader van direct marketing. Nooit kan hiervoor een gerechtvaardigd belang ingeroepen worden als rechtvaardiging.

Definitief?  

Ja

Beslissing

Beslissing 32/2020

[1] https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/publications/aanbeveling-nr.-01-2020.pdf, p.8